English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cornerstone

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
cornerstone
(quoin)
bazangula ŝtono
(corner the market; monopolize);
beslag leggen op
; ;
zich meester maken van
;
zich toeëigenen
(street‐corner)
(block; bar); ;
🔗 T’sais crouched in a corner.
(clay; earthen; earthenware);
klei‐
;
van klei
;
(metalled; stony; adamant)
🔗 Crouched against the stone wall, he listened.
🔗 A stone, coming from nowhere, crashed into the ground at his feet.
(core; kernel; pit; gist; nub; pith; crux)
ŝtonumi
🔗 He was dragged outside the city and stoned to death.
🔗 A long time ago he told me he weighed 16 stone.

EnglishDutch
cornerstone hoeksteen
corner corner; een hoek nemen; een marktmonopolie verwerven; hoek; hoekje; hoekschop; in een hoek zetten; in het nauw brengen; punt; tip; vastpraten
stone <gewichtsmaat>; gesteente; met stenen gooien naar; ontpitten; pit; steen; steentje; stenen; stenigen; van pitten ontdoen