English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word crucial

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
crucial
(imperative; requisite)
te doen
;
te verrichten
;
crucial
(central; key)
crucial
(indispensable)
;
(core; kernel; pit; gist; nub; pith; stone)
🔗 That is the crux of my difficulty.
(essence; gist);
🔗 That is the crux of my difficulty.

EnglishDutch
crucial beslissend; cruciaal; doorslaggevend; kritiek; kruis‐; kruisvormig
crucial incision kruissnede
crucial point kernpunt
crucial test vuurproef
crux crux; essentie; kardinale punt; kardinale vraag; kern; kernpunt; kruis; kwintessens; moeilijkheid; struikelblok