English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dependent

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
dependent
(depending)
;
(depend on; depend upon; bank on; be reliant on)
🔗 The pigeons were probably dependent on a large flock size to reproduce.
(depending on)
afhankelijk van
dependa de
🔗 He doesn’t have to live here and his future is not dependent on the success of the UK.
(hang down)
malsuprenpendi
dependence
(dependency; reliance)
dependency
(dependence; reliance)
interdependent
(standing together; showing solidarity)

EnglishDutch
dependent afhangeling; afhangend; afhankelijk; ondergeschikt; ondergeschikte; onderhorig; onderhorige
be dependent on afhangen van
dependent on afhangend van; afhankelijk van
dependent upon afhankelijk van
depend afhangen; hangen
dependence afhankelijkheid; onderhorigheid; samenhang; vertrouwen
dependency afhankelijkheid; onderhorigheid; samenhang; vertrouwen
interdependent onderling afhankelijk