English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word disarrangement

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(lay‐out; pattern; scheme; set‐up); ; ;
🔗 Ramus has made the arrangements himself!
disarrange
(confuse; puzzle; bemuse; bewilder; perplex; addle; disarray; befuddle)
;
van zijn stuk brengen
; ;
disarrange
(interrupt; disarray; throw into disorder)
in disorde brengen
; ;
in verwarring brengen
;
malordigi
disarrange
in wanorde brengen

EnglishDutch
disarrangement verwarring; wanorde
arrangement afspraak; akkoord; arrangement; dading; inrichting; ordening; rangschikking; regeling; samenstelling; schikking; zetting
disarrange in de war brengen; in de war maken; in wanorde brengen