English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word disguise

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
disguise
;
maskovesti
disguise
in disguise
🔗 These things aren’t disguisable anymore.

EnglishDutch
disguise dekmantel; handig verbergen; masker; verbloemen; verbloeming; verdoezelen; verkleden; verkleding; vermommen; vermomming
a blessing in disguise een geluk bij een ongeluk
blessing in disguise geluk bij een ongeluk
disguise oneself zich verkleden; zich vermommen
in disguise verkapt; vermomd
without disguise zonder er doekjes om te winden
disguisable vermombaar
disguised verbloemd; verkapt