English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word dog

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 In the lead were five dogs, straining at their leashes, digging their paws into the sparsely grassed dirt, slipping now and then.
(canine)
honde‐
;
honden‐
(haunt)
🔗 Then there is the corruption that experts say has dogged the Russian military for years.
African wild dog
;
dog nettle
(annual nettle; dwarf nettle; small nettle; burning nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
dog’s tooth grass
(Bermuda grass; Bahama grass; devil’s grass; wiregrass; scutch grass)
fingra cinodonto
dull dog
(stick; cabbage; damper; dry old stick; sober‐sides; wet; wet blanket)
;
saaie piet
enuulo
guard dog
it is raining cats and dogs
(it is pouring; it’s raining buckets; the rain is bucketing down; the rain is sheeting down)
male dog
police dog
polica hundo
(raccoon‐dog)
wasbeerhond
;
🔗 Raccoon dogs, like one shown here, were known to be traded at the market in Wǔhàn, China.
(English bulldog; mastiff)
(French bulldog)
dog‐brier
(dog‐rose; hep‐tree; common brier; canker rose; cat whin; canker; cankerberry; bird brier; brier rose; sweet brier; wild brier; witches’ brier; brier hip; dogberry; bramble rose; brier)
dogfish
(sea‐dog)
dogfish
(obstinate; stubborn; headstrong; inveterate; wilful; balky);
verbeten
(tenacious)
vasthoudend
persistema
doghouse
(kennel; dog‐kennel)
doghouse
dog‐kennel
(kennel; doghouse)
doglike
hundosimila
pug‐dog
(pug)
sea‐dog
(dogfish)
sea‐dog
sheep‐dog
sporting‐dog
(hound)
watchdog

EnglishDutch
dog achtervolgen; gedrocht; hond; kerel; mannetje; misbaksel; monster; op de hielen zitten; op de voet volgen; rekel; rotzooi; troep; vervolgen; zijn gangen nagaan
a cat‐and‐dog life een leven als kat en hond
a dog in the manger iemand die een ander niks gunt
African wild dog Afrikaanse wilde hond; wilde hond
a sly dog een slimme vos
be a dog in the manger de zon niet in het water kunnen zien schijnen
dog eat dog moordende concurrentie; niets ontziend eigenbelang
dog fancier hondenliefhebber
dog food hondevoer
dog handler hondengeleider
dog Latin potjeslatijn
dog licence fee hondenbelasting
dog nettle kleine brandnetel
dog poop hondepoep
dog’s dinner janboel; troep
dogs’ home hondenasiel
dog’s tooth grass Bermudagras; handjesgras
dog track hondenrenbaan
dog training hondetraining
dog trot sukkeldrafje
dull dog dooie diender; saaie piet; uilskuiken
Eskimo dog poolhond
even a dog would turn up its nose at that daar lusten de honden geen brood van
every dog has his day het gaat iedereen wel eens goed
everyone and his dog Jan en alleman
gay dog vrolijke Frans
give a dog a bad name and hang him wee de wolf die in een kwaad gerucht staat
go to the dogs aan lager wal geraken; aan lager wal raken; naar de bliksem gaan; naar de haaien gaan; naar de kelder gaan; naar de maan gaan
guard dog waakhond
he is going to the dogs het gaat mis met hem
hot dog hotdog; worstbroodje
it is easy to find a staff to beat a dog wie een hond wil slaan, kan wel een stok vinden
it is raining cats and dogs het regent dat het giet; het regent pijpestelen
lame dog hinkend paard
let sleeping dogs lie geen slapende honden wakker maken; maak geen slapende honden wakker; men moet geen slapende honden wakker maken
live like cat and dog leven als kat en hond
lucky dog boffer; gelukskind; geluksvogel; mazzelaar
mad dog dolle hond
male dog rekel; reu
Maltese dog leeuwtje
odd dog rare sijs
old dog oude rot
pedigree dog rashond
pet dog lievelingshond
police dog politiehond
Pomeranian dog keeshond
puppy dog pup; puppy
raccoon dog marterhond; wasbeerhond
Saint Bernard dog Sint‐Bernardshond
sausage dog tekkel
shepherd’s dog herdershond
sled dog sledehond
sly dog gladakker; gladjanus; slimme vogel; slimmerd; slimmerik
sniffer dog speurhond
take the dog out for a walk de hond uitlaten
top dog baas; bovenbaas; nummer een
toy dog juffershondje; schoothondje
tracker dog speurhond
treat somebody like a dog iemand honds behandelen
two dogs fight for a bone, and a third runs away with it als twee honden vechten om een been, loopt een derde er ras mee heen
badger‐dog dashond; taks
bulldog buldog; bullebijter; dog
dog‐biscuit hondebrood; hondekoekje
dog‐box hondehok
dog‐breed honderas
dog‐brier hondsroos
dogcart hondekar
dogcatcher hondenvanger
dog‐chain hondeketting
dog‐cheap spotgoedkoop
dog‐collar halsband; hondehalsband; hoog boord; priesterboord
dog‐days hondsdagen
dog‐ear ezelsoor
dogfight hondengevecht; luchtgevecht
dogfish doornhaai; hondshaai
dogged hardnekkig; taai; vasthoudend; verbeten
doggish hondachtig; honds
doggrass kweek
doggy honden‐; honde‐; hondje; honds
doghouse hondehok; hondenkennel
doghunter hondemepper
dog‐kennel hondehok; hondenkennel
dog‐leg scherpe bocht; scherpe hoek
doglike hondachtig
dogs hondenrennen
dog’s‐ear ezelsoor; oor
dogshow hondententoonstelling
dog‐sledge hondeslee
dog‐sleep hazeslaapje
dog’s‐life hondeleven
dog’s‐meat hondevlees
dog‐spike haakspijker
Dogstar Hondsster; Sirius
dog‐tax hondenbelasting
dog‐tick hondeteek
dog‐tired bekaf; doodmoe; hondsmoe; zo moe als een hond
dog‐watch hondewacht; platvoetwacht
draught‐dog trekhond
firedog haardijzer; vuurbok
guide‐dog blindengeleidehond; geleidehond
hangdog galgebrok
house‐dog waakhond
hunting‐dog jachthond
lap‐dog dameshondje; schoothondje
prairie‐dog prairiehond
pug‐dog mop; mopshond
sea‐dog hondshaai; zeehond; zeerob
sheep‐dog herdershond
sporting‐dog jachthond
underdog onderliggende partij; underdog; verdrukte
watchdog waakhond
water‐dog waterrat; waterrot