English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word double track

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(dual);
tweeledig
;
tweevoudig
(duplicate; redouble)
(doppelgänger)
tweevoud
(lookalike)
(duplicate);
zich verdubbelen
🔗 Worldwide, condom sales doubled in the 1920s.
(twofold);
track
(course; race‐course; running track; race‐track; runway)
track
(course)
;
track
(path; pathway; trail)

EnglishDutch
double track dubbelspoor; dubbel spoor
double doubleren; doublet; doublure; dubbel; dubbele; dubbelganger; dubbelhartig; dubbelspel; duplicaat; een dubbelrol spelen; een scherpe draai maken; in looppas marcheren; looppas; omvouwen; omváren; omzéílen; scherpe draai; tweedelig; tweeledig; tweepersoons‐; tweevoudig; verdubbelen; vouwen; zich verdubbelen
track baan; naspeuren; nasporen; nummer; opsporen; pad; piste; slepen; speuren; spoor; spoorlijn; sporen; voetspoor; volgen; wagenspoor; weg