English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word driving‐belt

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(girdle; strip); ;
(strap; band; strip; thong)
(beat; hit; strike; wallop; jab; belabour); ; ;

EnglishDutch
driving‐belt drijfriem
belt band; broekriem; ceintuur; draagband; een ceintuur omdoen; een gordel omdoen; een oorvijg verkopen; een riem omdoen; er vandoorgaan; gebied; gordel; gordelriem; jakkeren; koppel; koppelriem; met een riem afranselen; omgórden; omringen; pezen; rand; riem; ring; zone; ómgorden
driving drijf‐; gejaag; mennen; rijden; rij‐