English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word due‐bill
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(beak) | ; | |
(ticket) | ; | |
(pruning‐knife; billhook) | snoeimes | |
(invoice) | ; | |
(invoice) | ; | |
(draught; draw) | traite | |
(placard; poster) | ||
(negotiable security; note; negotiable instrument) | ; waardepapier | |
(act; deed) | ; ; | |
🔗 Without the spending cuts in the failed bill, any tax cuts will add to the budget deficit. | ||
; | ||
due (coming; forthcoming; imminent; looming; pending) | okazonta | |
due (of use; suitable; appropriate; apt; expedient; right; useful; fitting; applicable) | ; ; | |
due | ŝuldata |
English | Dutch |
---|---|
due‐bill | ⇆ promesse; ⇆ schuldbekentenis; ⇆ schuldbewijs |
bill | ⇆ aanklacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aanplakbiljet; ⇆ akte van beschuldiging; ⇆ bankbiljet; ⇆ bek; ⇆ bijl; ⇆ cedel; ⇆ ceel; ⇆ de rekening sturen; ⇆ door biljetten aankondigen; ⇆ flap; ⇆ hellebaard; ⇆ lijst; ⇆ nota; ⇆ ontwerp; ⇆ op de rekening zetten; ⇆ op het programma zetten; ⇆ program; ⇆ programma; ⇆ raambiljet; ⇆ rekening; ⇆ snavel; ⇆ sneb; ⇆ snoeimes; ⇆ strooibiljet; ⇆ voorstel; ⇆ wetsontwerp; ⇆ wetsvoorstel; ⇆ wissel |
due | ⇆ behoorlijk; ⇆ gepast; ⇆ pal; ⇆ rechtmatig; ⇆ schuldig; ⇆ verplicht; ⇆ verschuldigd; ⇆ vervallen; ⇆ vlak |