English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word embarrassment

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(abashment; perplexity; difficulty; predicament; straits)
🔗 The war between Troicinet and Lyonesse was now an embarrassment for king Casmir.
(perplex; put in a difficult position)
ongelegen komen

EnglishDutch
embarrassment gêne; moeilijkheid; verlegenheid; verwarring
disembarrassment bevrijding
embarrass belemmeren; bemoeilijken; generen; hinderen; in moeilijkheden brengen; in verlegenheid brengen; in verwarring brengen; verwarren