English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word essentials

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
essentials
(basics; grassroots)
fundamentoj
(inherent; innate; integral; intrinsic; substantial; vital);
🔗 It is natural to spend rather a long time over the early texts, which involve essential parts of elementary grammar.
essential
(imperative; indispensable; inevitable; vital; absolutely necessary)
nepra

EnglishDutch
essentials grondbeginselen; hoofdzaken
essential essentieel; hoofdzaak; hoogst noodzakelijke; noodzakelijk; volstrekt; volstrekt noodzakelijke; werkelijk; wezenlijk; wezenlijke