English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word express oneself

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
express oneself
zich uitdrukken
(put; register); ; ;
🔗 He never expressed any unhappiness with my work.
(fast train; express train); ;

EnglishDutch
express oneself zich uitdrukken; zich uiten
express betuigen; doen uitschijnen; expres; exprestrein; expres‐; inkleden; laten uitschijnen; snel; sneltrein; speciaal; te kennen geven; uitdrukkelijk; uitdrukken; uiten; uitpersen; uitspreken