English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fancy‐goods

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
fancy goods (haberdashery; notions)	galanterieën ; kramerij ; opschik	galanterio
fancy	wanen	erarkredi
fancy (imagine; conceive; picture; visualize; envisage)	zich verbeelden ; zich voorstellen	imagi
🔗 Tom groaned louder and fancied that he began to feel pain in the toe.
fancy (daydream; dream; muse)	dagdromen ; dromen ; mijmeren	revi
fancy	fantaseren ; uit de duim zuigen	fantazii
fancy (fantasy; imagination; fantasia)	fantasie ; verbeeldingskracht	fantazio
fancy (imagination)	inbeelding ; verbeelding	imago
fancy (caprice; whim; freak; quirk; fad)	gril ; luim	kaprico
fancy (appreciation; liking; love; taste)	waardering	ŝato
fancy	houden van	ameti
goods (wares; merchandise)	goederen ; waren	varoj
🔗 No large selection of goods was on display.

English	Dutch
fancy goods	⇆ nouveautés
fancy‐goods	⇆ galanterieën; ⇆ modeartikelen
fancy‐goods shop	⇆ galanterieënwinkel
fancy	⇆ aantrekkelijk vinden; ⇆ denken; ⇆ een hoge dunk hebben van; ⇆ fantasie; ⇆ fantasie‐; ⇆ fantastisch; ⇆ gebakje; ⇆ gril; ⇆ hersenschim; ⇆ houden van; ⇆ idee; ⇆ inbeelding; ⇆ inval; ⇆ liefde; ⇆ liefhebberij; ⇆ luim; ⇆ lust; ⇆ sjiek; ⇆ smaak; ⇆ taartje; ⇆ verbeelding; ⇆ verbeeldingskracht; ⇆ voorliefde; ⇆ wanen; ⇆ zich aangetrokken voelen tot; ⇆ zich een denkbeeld vormen van; ⇆ zich inbeelden; ⇆ zich verbeelden; ⇆ zich voorstellen; ⇆ zin; ⇆ zin hebben in; ⇆ zin krijgen in
goods	⇆ artikelen; ⇆ goed; ⇆ goederen; ⇆ have; ⇆ vrachtgoed; ⇆ waren