English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word flea

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
flea
sand flea
(chigoe; chigger; jigger)
zandvlo
(horseweed; butterweed)
flea‐beetle
psiliodo
fleawort
(plaintain; plantain)

EnglishDutch
flea⇆ vlo
come away with a flea in one’s ear⇆ er bekaaid afkomen; ⇆ er kaal afkomen; ⇆ met de kous op de kop thuiskomen; ⇆ van een koude kermis thuiskomen
flea circus⇆ vlooientheater
flea collar⇆ vlooienband
flea market⇆ rommelmarkt; ⇆ vlooienmarkt
flea powder⇆ vlooienpoeder
flea trainer⇆ vlooiendresseur
send somebody away with a flea in his ear⇆ iemand afschepen; ⇆ iemand nul op het rekest geven
fleabane⇆ fijnstraal
flea‐beetle⇆ aardvlo
flea‐bite⇆ kleinigheid; ⇆ vlooiebeet; ⇆ vlooiepik
fleawort⇆ weegbree