English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fools

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(freak; zany)
(jester)
(Abderite); ;
🔗 Don’t be an old fool, Cenn!
(ass; clod; nit; lackwit)
stomkop
🔗 What, you young fool, do you not realize that you could not have made the dog a more kindly gift?

EnglishDutch
fool bedonderen; bedotten; beduvelen; beuzelen; dwaas; foppen; gek; gekheid maken; hofnar; idioot; in de maling nemen; kruisbessenvla; kwast; mallen; malloot; nar; nemen; onbenul; stomkop; stommerd; stommerik; vernachelen; voor de gek houden; zot