English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word foreshadowing
English | Dutch |
---|---|
foreshadowing | ⇆ voorafschaduwing |
foreshadow | ⇆ aankondigen; ⇆ beduiden; ⇆ de voorbode zijn van; ⇆ preluderen op; ⇆ voorbeduiden; ⇆ zijn schaduw vooruitwerpen |
English | Dutch |
---|---|
foreshadowing | ⇆ voorafschaduwing |
foreshadow | ⇆ aankondigen; ⇆ beduiden; ⇆ de voorbode zijn van; ⇆ preluderen op; ⇆ voorbeduiden; ⇆ zijn schaduw vooruitwerpen |