English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fucker

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(screw; shag; bang; shaft); ; ;
een beurt geven
(make love)
seks bedrijven
; ; ;

EnglishDutch
fucker klootzak; lul
fuck bonken; een beurt geven; een nummertje maken; ketsen; kezen; kieren; naaien; neuken; neukpartij; palen; poepen; rampetampen; seksen; soppen; wippen