English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word hardening

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
hardening
(seasoning)
;
tempering
harden
(temper; season; steel; toughen)
harden
; ;
malmoligi
harden

EnglishDutch
hardening verharding
harden aantrekken; een vaste vorm aannemen; een vastere vorm aannemen; gevoelloos maken; hard maken; hard worden; harden; vaster worden; verharden; verstalen; verstokken; zich vastzetten