English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word home for the blind
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (sightless) | ||
blind maken | ||
🔗 He is blinded by his love for the monarchy. | ||
🔗 Putin may be blind to this reality, but many around him are not. | ||
| ; ; | ||
🔗 Anyway, that’s why we’re going home. | ||
tehuis ; | ||
🔗 But since leaving home he had seen too many stories walking in the flesh ever to be so sure again. | ||
| (domestic) | ||
| English | Dutch |
|---|---|
| home for the blind | ⇆ blindeninstituut |
| blind | ⇆ blind; ⇆ blind maken; ⇆ blinddoek; ⇆ blinddoeken; ⇆ blinderen; ⇆ blindering; ⇆ doodlopend; ⇆ drinkgelag; ⇆ gordijn; ⇆ jaloezie; ⇆ oogklep; ⇆ rolgordijn; ⇆ scherm; ⇆ smoesje; ⇆ valgordijn; ⇆ verborgen; ⇆ verduisteren; ⇆ voorwendsel; ⇆ zonder vooruitzichten; ⇆ zonneblind |
| home | ⇆ asiel; ⇆ binnenlands; ⇆ gezin; ⇆ honk; ⇆ huis; ⇆ huiselijk; ⇆ huisgezin; ⇆ huishouden; ⇆ huislijk; ⇆ huistoe; ⇆ huisvesten; ⇆ huiswaarts; ⇆ huis‐; ⇆ inheems; ⇆ inlands; ⇆ inrichting; ⇆ land; ⇆ naar de finish; ⇆ naar het doel; ⇆ naar huis; ⇆ naar huis vliegen; ⇆ raak; ⇆ tehuis; ⇆ thuis; ⇆ thuis‐; ⇆ vaderland; ⇆ vast; ⇆ verblijf; ⇆ woonstede; ⇆ zenuwinrichting |