English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word home port

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
; ;
🔗 Anyway, that’s why we’re going home.
tehuis
;
🔗 But since leaving home he had seen too many stories walking in the flesh ever to be so sure again.
(domestic)
(harbour; haven)
🔗 Novorossijsk, near the Russian city of Krasnodar, is Russia’s largest port by volume of cargo handled and is a base for Russia’s Black Sea fleet.
(port side)
(port town; seaport; seaport town; port city)
🔗 Ukrainians said on Wednesday they were battling on in the port of Cherson, the first sizeable city Russia claimed to have seized, as air strikes and bombardment caused devastation in cities that Moscow’s bogged down forces have failed to capture.

EnglishDutch
home port thuishaven
home asiel; binnenlands; gezin; honk; huis; huiselijk; huisgezin; huishouden; huislijk; huistoe; huisvesten; huiswaarts; huis‐; inheems; inlands; inrichting; land; naar de finish; naar het doel; naar huis; naar huis vliegen; raak; tehuis; thuis; thuis‐; vaderland; vast; verblijf; woonstede; zenuwinrichting
port bakboord; computerpoort; geschutpoort; haven; havenplaats; havenstad; houding; opening; patrijspoort; poort; port; porto; portwijn; toevluchtsoord; veilige haven