English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word ice plant

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
ice plant
;
ice plant
(showy stonecrop; butterfly stonecrop)
roze hemelsleutel
ice plant
(Hottentot‐fig; Hottentot’s fig; highway ice plant)
ice plant
(common ice plant; crystalline ice plant)
;
common ice plant
(crystalline ice plant; ice plant)
gewoon ijskruid
; ;
crystalline ice plant
(common ice plant; ice plant)
gewoon ijskruid
; ;
(icecream)
ice
ijs‐
ice
(glacial)
ijs‐

EnglishDutch
ice plant Hottentotvijg; ijskruid; ijsplantje; roze hemelsleutel
common ice plant gewoon ijskruid; ijskruid; ijsplantje
crystalline ice plant gewoon ijskruid; ijskruid; ijsplantje
ice doen verstijven; frapperen; glaceren; ijs; verkillen