English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word identification
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
identification | ||
(spot) | ; | |
🔗 Identify plants carefully. |
English | Dutch |
---|---|
identification | ⇆ gelijkstelling; ⇆ identificatie; ⇆ identiteitsbewijs; ⇆ legitimatie; ⇆ vereenzelfiging; ⇆ vereenzelviging |
fingerprint identification | ⇆ dactyloscopie |
identification card | ⇆ legitimatiebewijs |
identification mark | ⇆ herkenningsteken; ⇆ kenmerk |
identify | ⇆ gelijkstellen; ⇆ identificeren; ⇆ in verband brengen; ⇆ thuisbrengen; ⇆ vereenzelvigen; ⇆ zich vereenzelvigen |