English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word incorrect

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
incorrect
(wrong; fallacious; false; unsound)
ongelijk hebbend
incorrect
(wrong)
incorrect
(invalid; unjustified; unwarranted)
neprava
(right); ;
(amend); ;
(chastise; punish)
puni trafe
(exact; proper; right);
(right; true; sound; valid);
🔗 That is correct.
;
(adjust; put right; amend; rectify)

EnglishDutch
incorrect incorrect; onjuist
correct afstraffen; akkoord; berispen; bijsturen; comme il faut; correct; corrigeren; goed; herstellen; juist; nakijken; nazien; recht trekken; rechtzetten; reguleren; straffen; terecht; verbeteren; verhelpen; zuiver
incorrectness incorrectheid; onjuistheid