English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word intelligence

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(smarts; aptitude)
🔗 It needed only intelligence, and this he knew not how to provide.
(sagacious; brainy; smart; apt);
🔗 Some say this was the most intelligent dinosaur.

EnglishDutch
intelligence begrip; bericht; berichten; intelligentie; oordeel; schanderheid; schranderheid; tijdingen; verstand; verstandhouding
a piece of intelligence een nieuwtje
artificial intelligence kunstmatige intelligentie
intelligence department inlichtingendienst
intelligence office informatiebureau
intelligence quotient IQ; intelligentiequotiënt
intelligence service inlichtingendienst
intelligence test intelligentietest
shipping intelligence scheepsberichten; scheepstijdingen
the latest intelligence het laatste nieuws
intelligent bevattelijk; intelligent; schrander; verstandig; vlot van begrip; vlug; vlug van begrip
misintelligence misverstand; onenigheid; verkeerde inlichtingen