English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word intent

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(aim; goal; purpose; target; butt; end; objective; destination; object)
(intention; plan)
🔗 I don’t know my father’s intent.
(mean; plan; propose; plan on); ; ; ;
🔗 That is what I intend to do.
(plan; intent); ;
toeleg
; ;
🔗 The US has observed Ukrainian forces achieve some success in attacking Russian supply lines, with the intention of cutting off and isolating Russian troops currently deployed west of the Dnipro river, according to a senior US official.
(attentively; closely); ; ;
🔗 Why do you watch me so intently?

EnglishDutch
intent bedoeling; ingespannen; oogmerk; opzet; strak
intent upon gericht op; uit op; verdiept in
intent upon his work ijverig aan zijn werk
intent upon mischief kwaad in zijn schild voerend
loiter with intent op verdachte wijze rondhangen
to all intents and purposes feitelijk; in alle opzichten
with intent to met het doel om; met het oogmerk om
intend bedoelen; beogen; bestemmen; de bedoeling hebben; inzicht; toedenken; van plan zijn; van plan zijn om te; voorhebben; voornemens zijn; zich voorstellen
intention bedoeling; intentie; oogmerk; plan; toeleg; voornemen
intently ingespannen; strak