English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word involved
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
enmiksi | ||
(concern; pertain) | ; ; ; ; | |
(occupy; take; engage; fill; hold) | ; ; ; ; | |
(necessitate; require) | ||
involve (pertain; be on the subject of; be a question of; be about; deal with) | ; handelen over | temi pri |
involve (implicate; embroil) | ; |
English | Dutch |
---|---|
involved | ⇆ betrokken; ⇆ ermee gepaard gaand; ⇆ ermee verbonden zijnd; ⇆ ingewikkeld |
become involved with | ⇆ betrokken raken bij; ⇆ zich inlaten met |
be involved | ⇆ betrokken zijn; ⇆ in het geding zijn; ⇆ in moeilijkheden verkeren |
be involved in | ⇆ betrokken zijn bij; ⇆ betrokken zijn in |
get involved | ⇆ betrokken raken |
get involved with | ⇆ betrokken raken bij; ⇆ zich inlaten met |
involve | ⇆ betrekken; ⇆ gepaard gaan met; ⇆ hullen; ⇆ insluiten; ⇆ meebrengen; ⇆ meeslepen; ⇆ omvatten; ⇆ verwikkelen; ⇆ wikkelen |