English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word layest

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(put off; take off; put down); ; ; ; ;
(put down);
🔗 A cold hand was laid on his shoulder.
(recline)
🔗 Do you know what horrors lie behind that wall?
(be situated; sit)
🔗 As its name suggests, the country lies at the very heart of the African continent, away from major trade routes and population centres, and very far indeed from public attention.

EnglishDutch
lay aangaan; aanleggen; amateur‐; ballade; bannen; beleggen; bezweren; dekken; een beurt geven; gereedzetten; indienen; installeren; klaarzetten; leg; leggen; leke‐; leken‐; lied; ligging; neerleggen; neuken; nummertje; plaatsen; smeden; spannen; verwedden; wereldlijk; wip
lie fabuleren; leugen; liegen; liggen; ligging; onwaarheid; rusten; slapen