English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word let out

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(allow; leave; release)
(rent out; rent; hire)
(enable; permit; allow; make possible)
in staat stellen
;
mogelijk maken
(allow; permit)
🔗 Too many here have refused to let me help at all.
;

EnglishDutch
let out in pacht geven; rondstrooien; slaken; uitbrengen; uiten; uitlaten; uitleggen; verhuren; verklappen; verpachten
let aanbrengen; laten; let; toelaten; verhuren; verhuring