English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word licence

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
licence
(authorization)
;
licence
(permit)
;
licence plate
(numberplate)
; ;
driving‐licence
license
(authorize)
een vergunning geven
licenci
license
(concession)

EnglishDutch
licence licentie; losbandigheid; patent; rijbewijs; vergunning; verlof; vrijbrief; vrijheid
building licence bouwvergunning
dog licence fee hondenbelasting
driver’s licence rijbewijs
export licence uitvoervergunning
gun licence wapenvergunning
import licence invoervergunning
letter of licence surséance van betaling
licence fee kijkgeld; kijk‐ en luisterbijdrage; kijk‐ en luistergeld; luisterbijdrage; luister‐ en kijkgeld; vergunningsrecht
licence plate kentekenplaat; nummerbord; nummerplaat
liquor licence tapvergunning
listener’s licence fee luisterbijdrage
manufactured under licence in licentie vervaardigd
marriage licence huwelijksvergunning
poetical licence dichterlijke vrijheid
poetic licence dichterlijke vrijheid
provisional licence leervergunning
radio licence luistervergunning
television licence fee kijkgeld; taks
TV licence fee omroepbijdrage
under licence in lecientie
without a licence zonder vergunning
driving‐licence rijbevoegdheid; rijbewijs; rijvaardigheidsbewijs
fishing‐licence visakte; visvergunning
game‐licence jachtakte; jachtvergunning
hunting‐licence jachtvergunning
license patenteren; vergunning verlenen
shooting‐licence jachtakte