English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word loath

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
loath
(averse; leery; reluctant)
;
(abhor; abominate; detest)
🔗 Azov is viscerally loathed by the Russians, and the feeling is mutual.
(abhor)
loathsome
(vile; abominable; hideous; heinous)

EnglishDutch
loath afkerig; ongenegen
nothing loath wat graag
loathe een afkeer hebben van; een walg hebben van; verafschuwen; walgen van
loathly walgelijk; walglijk; weerzinwekkend
loathsome afschuwelijk; walgelijk; walglijk; weerzinwekkend