English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word meet a claim

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(presume; allege; plead; apply)
(pretention; application); ;
(contention; assertion; allegation; statement)
🔗 One verified X account made the false claim that the US was sending $ 8 billion worth of military aid to Israel, Bloomberg reported.
(assert; state; allege; affirm; aver; maintain)
🔗 The opposition claimed Maduro was creating a dictatorship.
(demand; postulate; require; charge; dictate; exact; mandate; assert); ;
(charge; demand; suit);
vordering
reklamacii
(assemble; congregate; gather; convene; come along);
🔗 The ANC’s executive committee met in Pretoria for 13 hours Monday in an attempt to end a standoff with Zuma, who is steadfastly resisting pressure to resign.
(assemble)
rendevui
🔗 Beautiful maidens and gallant lads met and loved, or met and parted.
(meet with; run into);
🔗 You have never met him.
(pick up)
(pick up; take up)
;
zitting houden
(come together)
elkaar ontmoeten
(appropriate; becoming; seemly; suitable; expedient; proper; applicable; befitting);
🔗 It is not meet for either queen or princess to use peevish vindictiveness.
(encounter; come across);
(fulfil; abide by; keep; observe; honour)
🔗 Farms across the Ukraine are ramping up production to meet national and international demand.
(satisfy)

EnglishDutch
meet a claim een eis inwilligen
claim aanspraak; aanspraak maken op; beweren; bewering; claim; eis; eisen; opeisen; opvorderen; opvragen; pretentie; recht; rechtsvordering; reclame; reclameren; schuldvordering; vorderen; vordering
meet aantreffen; afhalen; behoorlijk; bestrijden; bezoeken; bij elkaar komen; bijeenkomen; bijeenkomst; congresseren; dienstig; een ontmoeting hebben met; elkaar ontmoeten; elkaar raken; gepast; geschikt; het hoofd bieden; het hoofd bieden aan; kennismaken met; nakomen; ondervangen; ontmoeten; ontmoeting; ontvangen; opvangen; opzoeken; rendez‐vous; samenkomen; samenlopen; samenvloeien; tegemoet komen; tegemoet treden; tegemoetgaan; tegemoetkomen; tegemoetkomen aan; tegemoettreden; tegenkomen; treffen; verzamelplaats; vinden; voldoen aan; voorzien in; wedstrijd; zich verzamelen