English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word mortgage

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Did you pay your mortgage?
mortgage bank
mortgage loan
hipoteka prunto

EnglishDutch
mortgage hypothecair verband; hypotheek; hypothekeren; verhypothekeren; verpanden
encumbered with a mortgage bezwaard met een hypotheek
mortage deed hypotheekakte
mortgage bank hypotheekbank
mortgage bond rentespaarbrief
mortgage debt hypothecaire schuld
mortgage interest hypotheekrente
mortgage interest deduction hypotheekrenteaftrek
mortgage loan hypotheek
mortgage oneself to ervoor instaan dat; waarborgen dat
mortgage registry hypotheekkantoor
mortgaged bezwaard met een hypotheek; met hypotheek bezwaard
mortgagee hypotheekhouder; hypotheeknemer
mortgager hypotheekgever; hypotheekverstrekker
mortgaging verpanding