English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word motor traffic
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
motor traffic | aŭtomobila trafiko | |
(engine) | ||
traffic (circulation) | ; ; | |
traffic | ||
fikomerci | ||
traffic | zwendel ; zwendelarij |
English | Dutch |
---|---|
motor traffic | ⇆ autoverkeer |
motor | ⇆ auto; ⇆ autorijden; ⇆ beweegkracht; ⇆ beweger; ⇆ bewegings‐; ⇆ drijfkracht; ⇆ in een auto rijden; ⇆ met een auto rijden; ⇆ motor; ⇆ motorisch; ⇆ motor‐ |
traffic | ⇆ gesjacher; ⇆ handel; ⇆ handel drijven; ⇆ handel drijven in; ⇆ handeldrijven; ⇆ koophandel; ⇆ sjachelen; ⇆ sjacheren; ⇆ verhandelen; ⇆ verkeer; ⇆ verkeersdrukte |