English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word nettle

Dutch/English
English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
nettle
(stinging‐nettle)		;
annual nettle
(dwarf nettle; small nettle; dog nettle; burning nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
burning nettle
(annual nettle; dwarf nettle; small nettle; dog nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
common nettle
(stinging‐nettle)
grote brandnetel
dioika urtiko
dog nettle
(annual nettle; dwarf nettle; small nettle; burning nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
dwarf nettle
(annual nettle; small nettle; dog nettle; burning nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
painted nettle
(coleus)		;
small nettle
(annual nettle; dwarf nettle; dog nettle; burning nettle)
kleine brandnetel
malgranda urtiko
white nettle
(white dead‐nettle)
witte dovenetel
dead‐nettle
(henbit)
hedge‐nettle
(woundwort)
hedge‐nettle
(hedge woundwort; whitespot)
hemp‐nettle
nettle‐rash
stinging‐nettle
(nettle)
stinging‐nettle
(common nettle)
grote brandnetel
dioika urtiko

EnglishDutch
nettle⇆ brandnetel; ⇆ ergeren; ⇆ netel; ⇆ pikeren
annual nettle⇆ kleine brandnetel
burning nettle⇆ kleine brandnetel
common nettle⇆ grote brandnetel
dog nettle⇆ kleine brandnetel
dwarf nettle⇆ kleine brandnetel
grasp the nettle⇆ de koe bij de hoorns pakken; ⇆ de koe bij de hoorns vatten; ⇆ de koe bij de horens vatten; ⇆ de moeilijkheden ferm aanpakken
painted nettle⇆ coleus; ⇆ siernetel
Roman nettle⇆ kogeltjesbrandnetel
small nettle⇆ kleine brandnetel
white nettle⇆ witte dovenetel
dead‐nettle⇆ dovenetel
hedge‐nettle⇆ andoorn; ⇆ bosandoorn
hemp‐nettle⇆ hennepnetel
nettle‐cloth⇆ neteldoek
nettled⇆ gepikeerd
nettle‐rash⇆ netelroos
stinging‐nettle⇆ brandnetel; ⇆ grote brandnetel