English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word no

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(no kind of); ;
neniom da
(nobody; no one; none; not anyone)
;
<nea nedifinita artikolo>
🔗 It’s no secret that Trump hates Amazon.
(not; nay; nope)
🔗 The answer to that is probably no.
(no longer; no further)
niet langer
;
ne plu
🔗 They were heard from no more.
(no; nobody; none; not anyone)
🔗 No one troubles me here.
(not anywhere)
🔗 They were nowhere in sight.
(not anywhere; nowither);
🔗 This was getting him nowhere.

EnglishDutch
no geen; nee; neen; tegenstemmer
no better than niets beter dan
no go onmogelijk; zinloos
no more dood; evenmin; niet langer; niet meer; niets meer; nooit meer; vernietigd
no one geen een; geen mens; niemand
not take no for an answer geen tegenspraak dulden
say no nee zeggen
the noes have it de meerderheid is ertegen
whether or no hoe het ook zij
nohow geenszins; op gelerlei wijs
nowhere nergens; nergens heen
nowise geenszins; op generlei wijze