English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word nonsense

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(drivel; gibberish; rubbish; silliness; balderdash; baloney; bunk; poppycock; a load of rubbish); ;
🔗 Are we supposed to believe this nonsense?
(absurdity; rubbish);
🔗 What nonsense is this?
nonsense
malseriozaĵoj
nonsensical
(absurd; preposterous; incongruous)
; ; ;
nonsensical
(foolish; meaningless; senseless; silly)
zinledig
;

EnglishDutch
nonsense beuzelpraat; flauwekul; gekheid; gekkenpraat; gelul; kolder; larie; lariekoek; mallepraat; nonsens; ongein; onzin
bosh and nonsense kletskoek
plumb nonsense je reinste onzin
pure nonsense klinkklare onzin
rank nonsense baarlijke nonsense; baarlijke onzin; je reinste onzin; klinkklare onzin
stand no nonsense geen flawekul dulden; niet met zich laten spelen
stuff and nonsense flauwekul; klets
talk nonsense bazelen; kletsen; onzin uitkramen; onzin uitslaan; onzin verkopen; praten als een kip zonder kop; raaskallen
nonsensical absurd; gek; nonsensicaal; ongerijmd; onzinnig; zot