English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word not quite …

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
not quite
(not altogether)
niet helemaal
ne tute
(rather; sufficiently; pretty); ; ;
(very; very much; most; really; so; well; particularly);
🔗 Judging from the size of the jaw, the head was quite small relative to the size of the body.
(at all; entirely; wholly; absolutely; altogether; utterly; all; starkly); ; ; ;
🔗 He’s not quite dead!
(fairly; rather; relatively; comparatively); ; ; ; ;

EnglishDutch
not quite … nog geen …
not quite niet helemaal
quite bepaald; best; finaal; geheel; geheel en al; glad; heel; heel en al; heel goed; helemaal; hoogst; juist; krek; nog maar; precies; recht; tenemaal; volkomen; wat; wel; zeer