English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word noticeable
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
noticeable (perceptible; discernible; distinct; palpable; appreciable) | ; | |
noticeable (perceptible; marking; appreciable; marked; salient) | rimarkebla | |
noticeable (noteworthy; remarkable; notable) | ; | |
(announcement; notification) | ||
(find; perceive; discern; make out) | ; ; | |
(detect; note; remark; spot) | ; ; | |
🔗 I thought you wouldn’t notice. | ||
(announcement; communication; message; report; notification) | ; ; | |
(proclamation; indiction) | ||
(ascertain; establish; take note; note) | ; ; | |
kort bericht |
English | Dutch |
---|---|
noticeable | ⇆ merkbaar; ⇆ merkwaardig; ⇆ opmerkelijk; ⇆ waarneembaar |
notice | ⇆ aandacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aankondiging; ⇆ aanmelding; ⇆ aanzegging; ⇆ acht; ⇆ acht slaan op; ⇆ bekendmaking; ⇆ bemerken; ⇆ bericht; ⇆ bespreken; ⇆ betekening; ⇆ convocatie; ⇆ convocatiebiljet; ⇆ gewaarworden; ⇆ kennisgeving; ⇆ merken; ⇆ notitie; ⇆ notitie nemen van; ⇆ opmerken; ⇆ opmerkzaamheid; ⇆ oproeping; ⇆ opschrift; ⇆ recenseren; ⇆ recensie; ⇆ vermelden; ⇆ verwittiging; ⇆ waarschuwing |
unnoticeable | ⇆ onmerkbaar |