English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word on the up grade

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(rank; status; station; standing)
🔗 What’s to be your grade?
(gon; grad)
decimale graad
;
(degree)

EnglishDutch
on the up grade in stijgende lijn; opwaarts
grade beoordelen; cijfer; cijfers geven; een cijfer geven; gehalte; geleidelijk overgaan; graad; graderen; helling; klas; klasse; kruisen; kwaliteit; nivelleren; rang; rangschikken; schakeren; schakering; soort; sorteren; staffelen; trap; veredelen; waterpassen