English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word outshine
| English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
outshine | in de schaduw stellen ; ; | superbrili |
outshine (exceed; surpass; beat; defeat; excel; outclass; outscore; get the best of; get the better of; cap; outmatch) | ||
| (outside; without) | ; | |
🔗 At least I can have my pipe out there. | ||
| (outside; outward) | ; | |
🔗 He pushed on the door, forcing her out. | ||
| (unconscious) | ||
| (outside of; outside) | ||
| (off) | ||
| (glow) | ; ; ; | |
🔗 The sun shone bright and the birds sang sweetly, and Dorothy did not feel nearly so bad as you might think a little girl would who had been suddenly whisked away from her own country and set down in the midst of a strange land. | ||
| (gleam) | ; | |
| (gloss; sheen; brilliance; glow; radiance; lustre) | ; | |
| (project; protrude; stick out; stand out) | ; ; ; ; | |
| (lustre) | ||
| English | Dutch |
|---|---|
| outshine | ⇆ in glans overtreffen; ⇆ overtreffen; ⇆ uitblinken boven |
| out | ⇆ af; ⇆ bekend; ⇆ bewusteloos; ⇆ buiten; ⇆ buitengaats; ⇆ daarbuiten; ⇆ daaruit; ⇆ eropuit; ⇆ eruit; ⇆ geopenbaard; ⇆ in staing; ⇆ naar buiten; ⇆ niet meer aan de slag; ⇆ niet meer aan het bewind; ⇆ niet thuis; ⇆ om; ⇆ op; ⇆ te veld; ⇆ uit; ⇆ uit de mode; ⇆ uit het gelid; ⇆ uit het lid; ⇆ uitgedoofd; ⇆ uitgesloten; ⇆ weg |
| shine | ⇆ blank schuren; ⇆ blinken; ⇆ doen blinken; ⇆ doen glimmen; ⇆ glans; ⇆ glanzen; ⇆ glimmen; ⇆ laten schijnen; ⇆ lichten; ⇆ poetsen; ⇆ pralen; ⇆ prijken; ⇆ schijn; ⇆ schijnen; ⇆ schijnsel; ⇆ schitteren; ⇆ stralen; ⇆ uitblinken; ⇆ zonneschijn |