English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word package holiday tour

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 Of course the schoolmaster gave holiday for that afternoon.
(spare time; time off; vacation; leave; leisure);
(bag; bale);
(pack; parcel);
🔗 The European Union has said it won’t recognize the results and has indicated it is preparing a new package of sanctions against Russia.
(pack; wrap up)
(theatrical tour);
;
🔗 Local officials said tours to White Island are crucial to the area’s economy.

EnglishDutch
package holiday tour volledig verzorgde vakantiereis
holiday dag vakantie; de vakantie doorbrengen; feest; feestdag; feest‐; vakantie; vakantie houden; vakantie nemen; vakantiedag; vakantie‐; verlof
package colli; collo; pak; pakje; pakket; presenteren; verpakken; verpakking
tour afreizen; een rondreis maken; een tournee maken; op tournee zijn; reis; rondgang; rondreis; rondrijden; rondrit; rondvaart; tochtje; toer; toeren; tournee; uitstapje