English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word panel

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
panel
(dash‐board)
;
panel
panel
(stave; gore)
solar panel

EnglishDutch
panel forum; groep; groslijst; instrumentenbord; in vakken verdelen; jury; lijst; luik; naamrol; namenlijst; paneel; panel; tussenzetsel; vak; van panelen voorzien; voordracht
instrument panel instrumentenbord
on the panel in het ziekenfonds
panel beater carrosseriehersteller; plaatwerker; uitdeuker
panel chairman discussieleider
panel doctor fondsdokter
panel patient fondspatiënt
panel practice fondspraktijk
solar panel zonnepaneel
door‐panel deurpaneel
empanel op de lijst van gezworenen plaatsen; samenstellen; tot jurylid benoemen