English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word passing away

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
voorbijgaand

EnglishDutch
passing away heengaan; verscheiden
passing aannemen; doortrekkend; heengaan; in hoge mate; overlijden; overreiking; slagen; terloops gemaakt; verscheiden; voorbijgaand; voorbijgang; zeer