English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word pearl

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
🔗 I can suffocate you in pearls, blind you with diamonds.
(common quaking‐grass; quaking‐grass; cow‐quake; didder; dithering‐grass; dodder‐grass; doddering dillies; doddle‐grass; earthquakes; jiggle‐joggles; jockey‐grass; lady’s‐hair; maidenhair‐grass; quakers; quakers‐and‐shakers; shaking‐grass; tottergrass; wag‐wantons)
pearl haricot bean
(navy bean; haricot bean; white pea bean; white bean)
witte boon
blanka fazeolo
mother‐of‐pearl
;

EnglishDutch
pearl naar parels vissen; parel; parelen
cast pearls before swine paarlen voor de zwijnen werpen; parels voor de zwijnen werpen
pearl grass bevertjes
pearl haricot bean witte boon
mother‐of‐pearl paarlemoer; paarlemoeren; parelmoer
pearl‐barley parelgerst; parelgort
pearl‐diver parelduiker; parelvisser
pearled gepareld; met parels bezet
pearl‐fisher parelduiker; parelvisser
pearl‐fishery parelvisserij
pearl‐grey parelgrijs
pearling parelvisserij
pearl‐like parelachtig
pearl‐necklace parelcollier; parelsnoer
pearl‐oyster pareloester
pearly parelachtig