English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word period of development
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
development (elaboration) | ||
development | ||
(term) | ; | |
(dot; spot; locus; moment; full stop; stop; point) | ||
(time) | ||
(duration; timeframe; timescale) | tijdsduur | |
period |
English | Dutch |
---|---|
period of development | ⇆ ontwikkelingstijdperk |
development | ⇆ bebouwing; ⇆ nieuwbouwproject; ⇆ ontginning; ⇆ ontplooiing; ⇆ ontvouwing; ⇆ ontwikkeling; ⇆ opbouw; ⇆ uitbreiding; ⇆ verloop |
period | ⇆ <van een zekere tijd>; ⇆ cyclus; ⇆ fase; ⇆ menstruatie; ⇆ menstruatiecyclus; ⇆ omloop; ⇆ omloopstijd; ⇆ omlooptijd; ⇆ periode; ⇆ punt; ⇆ repetent; ⇆ samengestelde volzin; ⇆ schooluur; ⇆ stadium; ⇆ termijn; ⇆ tijd; ⇆ tijdkring; ⇆ tijdperk; ⇆ tijdruimte; ⇆ tijdsbestek; ⇆ tijdsduur; ⇆ tijdsgewricht; ⇆ tijdsruimte; ⇆ tijdvak; ⇆ volzin |