English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word plannest

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(intend; mean; propose; plan on)
🔗 That is evidenly what they are planning on doing.
(slate; schedule);
(contemplate; design; project);
projekti
(sketch; outline; adumbrate)
skizi

EnglishDutch
plan beramen; bouwplan; een plan maken van; inrichten; ontwerp; ontwerpen; ordenen; plan; plannen; plattegrond; schets; toeleg; tracé; van plan zijn; voorzien