English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word privately

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(in private); ;
🔗 Some privately acknowledged the chances of Trump winning are now slim and were contemplating their next career steps.
;
nepublika
(personal); ;
privé‐
senofica
🔗 There is no harm enjoying one’s private garden.
🔗 His private life is also much talked about.

EnglishDutch
privately binnenskamers; heimelijk; in stilte; onderhands; onder vier ogen; op eigen kosten; particulier; privé; voor eigen rekening
private afzonderlijk; besloten; buitengerechtelijk; eigen; fuselier; geheim; gemeen soldaat; gewoon soldaat; heimelijk; mindere; onderhands; particulier; persoonlijk; piot; privaat; privé‐; soldaat; teruggetrokken; verboden toegang; vertrouwelijk