English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word refuge

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
refuge
refuge
(place of refuge; shelter; sanctuary; haven; retreat)
;
toeverlaat
; ;
(refuge island; pedestrian island)
(pedestrian refuge; pedestrian island)
uitgewekene
;
🔗 Maybe he’s a refugee from the war.

EnglishDutch
refuge asiel; schuilplaats; toeverlaat; toevlucht; toevluchtsoord; verkeersheuvel; vluchtheuvel; vrijplaats; wijkplaats
harbour of refuge vluchthaven
haven of refuge toevluchtsoord
island refuge vluchtheuvel
port of refuge noodhaven; vluchthaven
refuge lane vluchtstrook
take refuge in de wijk nemen naar; uitwijken naar; zijn toevlucht nemen tot
take refuge with een schuilplaats zoeken bij; zijn toevlucht zoeken bij
refugee refugié; uitgewekene; vluchteling