English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word refusal
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
refusal (rejection; disallowance) | ; | |
refusal (abjuration; denial; disavowel; recantation) | ; ; verzaking | |
refuse (clippings; cuttings; parings; rubbish; waste; windfall) | ; | |
(reject; decline; withhold; spurn; disallow) | ; ; ; | |
refuse (garbage; rubbish; waste; scum) | ; uitschot | |
(disavow; renounce; abjure) | ; ; | |
malvoli | ||
refuse (detritus; garbage; leavings; trash; waste; scrap; clippings; litter) | ||
(decline) | ||
🔗 For a week now it had refused to eat. |
English | Dutch |
---|---|
refusal | ⇆ afwijzing; ⇆ bedanking; ⇆ bedankje; ⇆ weigering |
give the refusal of | ⇆ in optie geven |
have first refusal of | ⇆ een optie hebben op |
have the refusal of | ⇆ in optie hebben |
meet with a refusal | ⇆ afgeslagen worden; ⇆ nul op het rekest krijgen |
… met with a refusal | ⇆ er werd afwijzend beschikt op … |
receive a refusal | ⇆ afgeslagen worden; ⇆ nul op het rekest krijgen |
take no refusal | ⇆ van geen weigering willen weten |
refuse | ⇆ afslaan; ⇆ afval; ⇆ afwijzen; ⇆ het verdommen; ⇆ het verdraaien; ⇆ het vertikken; ⇆ nee zeggen; ⇆ niet accepteren; ⇆ niet willen; ⇆ niet willen doen; ⇆ ongunstig beschikken op; ⇆ uitschot; ⇆ van de hand wijzen; ⇆ vuil; ⇆ vuilnis; ⇆ vullis; ⇆ weigeren |