English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word relish

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
relish
relish
(delight)
wellust

EnglishDutch
relish aantrekkelijkheid; genieten van; genoegen; savoureren; scheutje; smaak; smaak vinden in; tikje
eat with great relish met smaak eten
it loses its relish de aardigheid gaat eraf
with relish smakelijk
Yorkshire relish Yorkshiresaus
disrelish tegenzin; tegenzin hebben in
relishable smakelijk
relishing smakelijk